Geplaatst op Geef een reactie

Nieuw BajesVerhaal in Stripblad MAXIX (NL en BE)

Het Bajesverhaal van een van de spectaculairste ontsnappingen uit de boekenserie Veenhuizen is door de bekende striptekenaar Wouter Winter (2W Comics) uit Groningen uitgebeeld in stripvorm en samen maakten we er een spannend stripverhaal van in het julinummer 2022 van het stripblad MAXIX. (Clemens van den Brink, Auteur “Bajesverhalen Veenhuizen”(264 blz) “De Geheimen van BajesDorp “Veenhuizen 1818-2018 (345 blz.) en “Veenhuizen van onder de Pet” (254 blz.)

Ontsnapping met fiets uit BajesDorp Veenhuizen


Het belooft een regenachtige zomerdag te worden. Het is stil om 4.00 uur op de slaapzaal van de gevangenis Esserheem in Veenhuizen, waar ca. 50 gevangenen in hun stalen kooien liggen te slapen. Even later breekt  een van hen geruisloos het slot van zijn stalen kooi open en verdwijnt onopgemerkt via het hekwerk en de gracht, die rond de gevangenis ligt. Als hij die is overgezwommen, ziet hij even later bij een van de bewakerswoningen een onbeheerde fiets staan. Het wordt al wat licht als hij een shirt en een broek van een waslijn pakt en zich achter een heg verkleedt. Daarna verstopt hij zijn gevangenisplunje onder een grote coniferen-haag. Als burger vermomd fietst hij rustig, zo onopvallend mogelijk langs de Kolonievaart  richting Assen.  Zijn plan is, om daar zo snel mogelijk op de trein te stappen, zijn vrijheid tegemoet. Maar………

Slaapkooi leeg

Het wordt 6 uur op de slaapzaal van de gevangenis en het is tijd voor iedere gevangene om van de slaapzak en uit de kooi te komen. De dienstdoende zaalopziener die de mannen een voor een moet ontsluiten, ziet in een oogopslag de lege kooi als hij de zaal binnenkomt. Hij slaat onmiddellijk alarm en de Gestichtswacht (GeWa) wordt ingeschakeld om de deserteur zo snel mogelijk in te rekenen. Onder leiding van commandant ‘De Zwarte’ en zijn dienstdoende brigadier worden diverse GeWa’s op brommers en met auto’s naar strategische punten rondom Veenhuizen gestuurd. Zo zijn binnen de kortste keren alle belangrijke kruispunten van toegangswegen bewaakt om de vluchteling weer te arresteren.

Onraad op weg naar Assen 

Het regent. Inmiddels heeft de deserteur zo’n 8 kilometer gefietst als hij de schrik van zijn leven krijgt. Hij ziet in de verte op het eind van de weg iets bewegen en vaag ziet hij bij het kruispunt Huis ter Heide een busje staan: “Bewaking? Nu ben ik de Sjaak,” denkt hij. “Ze hebben me misschien al in het vizier! Maar hoe kom ik hier in vredesnaam uit?” Hij maant zichzelf tot kalmte,  denkt na en besluit: “Weet je wat? Ik laat mijn voorband leeglopen. Dan heb ik een kans.” Hij stapt af, schroeft het ventiel los en loopt behoedzaam verder met de fiets aan de hand naar het kruispunt.

“Wij zijn geen fietsenmakers”

Het regent pijpenstelen. Twee leden van de Gestichtswacht, een brigadier (met 3 strepen) en een Gestichtswachter (2 strepen) zitten zich inmiddels al anderhalf uur stierlijk te vervelen in hun dienstbusje bij de t-splitsing Huis ter Heide.  Laatstgenoemde wil met dit slechte weer  het liefst in het busje blijven  zitten. Hij vraagt zijn meerdere: “We kunnen toch gewoon blijven zitten, Brigges? Hoe lang moeten we hier nog blijven?”  De brigadier pikt deze houding niet en bitst hem toe: “Wat een vraag, Sjon! Je weet toch dat de opdracht van ‘De Zwarte’ is:  Tot die boef gevangen is natuurlijk! Kom uit de bus en opletten jij, Kloothommel!” Het is inmiddels droog geworden als ze in de verte iemand aan zien komen met een fiets aan de hand. Bij de GeWa’s aangekomen groet dezee vriendelijk en zegt:  Goede morgen heren! Ik heb een lekke voorband. Hebben jullie toevallig bandenreparatie bij je in het busje?” Nou, dat was niet bepaald de opdracht van De Zwarte, dus zegt een van de Brigadier:  “Nee, we zijn geen fietsenmakers, maar zie je die boerderij? Daar  kunnen ze je vast wel helpen aan bandenlapperij”. Kalm  en belangstellend vraagt de deserteur: “Dank voor de tip, dat ga ik doen,  maar waarvoor staan jullie hier eigenlijk?” De beide GeWa’s vertellen hem dat er uit de gevangenis Esserheem een gevangene is ontsnapt. “Die zou hier langs kunnen komen, maar wacht niet op ons, die is er natuurlijk  al lang vandoor, ” zegt de brigadier. Na beide mannen nog een goede wacht gewenst te hebben, loopt de man met de fiets aan de hand naar de boerderij. Daar vraagt hij de vriendelijke boer om een fietspomp en pompt zijn voorband op. Even later vervolgt hij fluitend zijn reis naar Assen, waar hij als ‘vrij man’ op de trein stapt en in het niets verdwijnt…….Drie uren daarna wordt de GeWa-actie door Majoor  ‘De Zwarte’ afgeblazen en worden alle GeWa’s opgeroepen, naar de kazerne in Veenhuizen terug te keren. Deze actie is mislukt maar waarom? Daar werd nog dagenlang over nagepraat….Het werd na onderzoek pas veel later duidelijk, wat hier gebeurd was.  En de deserteur? Die fortuinlijke fietser hebben ze in Veenhuizen nooit meer teruggezien…

(Er zijn in die tijd veel ontsnappingspogingen geweest in Veenhuizen. De deserteurs waren hun bewaking vaak een stapje voor, maar meestal werden ze achterhaald door de GeWa met of zonder speurhonden).

Het stripverhaal hiervan vindt u in het julinummer 2022 van MAXIX (Uitgegeven in NL en BE)

Geplaatst op Geef een reactie

Vakantie! “Heerlijk die verhalen, genieten!” (Diny Maas Purmerend)

Vakantie! Veel leesplezier!

Dit is zo maar een van de meer dan 200 reacties (met naam en woonplaats) die bij mij binnen kwamen over mijn Trilogie Veenhuizen!

Om er een paar te noemen: “Leest heerlijk weg, verrassend, erg blij mee, mooi leesplezier, met veel gevoel en vooral kennis geschreven, geweldig kijkje in vroeger tijden, alle 3 geweldig, smaakvolle Trilogy, iets anders dan Pauper-paradijs, boeiende reeks, humoristisch, schitterende verhalen, je blijft ze lezen met een glimlach, opent deuren die voor mij gesloten blijven, aanrader”…..etc.

Met al die spontane recensies/meldingen/reacties (m/v) ben ik natuurlijk super blij. Dat geeft me het gevoel dat ik door moet gaan met het blootleggen van de lang bewaarde geheimen van BajesDorp Veenhuizen. Uw reacties zijn echt en niet verzonnen!

Hartelijk dank.

De Trilogie bestaat uit: “Bajesverhalen Veenhuizen (264 blz.) “De Geheimen van BajesDorp” Veenhuizen 1818-2018 (345 blz.) en “Veenhuizen van onder de Pet” (264 blz.) Met foto’s en illustraties en veel waargebeurde verhalen en anekdotes

Nu met gratis Ebook!

Prijs 1x €24,95 (ook bij Bol.com) Gratis download ebook op bajesverhalen.nl/shop

Aanbieding: De Complete Serie €59,95 Gesigneerd en gratis verzonden alléén op bajesverhalen.nl/shop) 

Een fijne vakantie en:  Veel leesplezier met de Trilogie Veenhuizen    

Clemens van den Brink, Auteur

Vragen? Neem contact op cjvdbrink@gmail.com)  

 

Geplaatst op Geef een reactie

De “Drie Koningen” van Veenhuizen


In de 19e en 20 ste eeuw werden bedelaars, zwervers, alcoholisten, daklozen, dus in het algemeen mannen die niet in staat waren in hun eigen levensonderhoud te voorzien, opgepakt en in Veenhuizen „verpleegd”. Zij moesten daar weer leren op eigen benen te staan door te werken. Als ze hun tijd hadden uitgezeten, kregen ze hun zuur verdiende geld mee om een nieuw leven te starten, maar dat pakte vaak heel anders uit….
Hier volgt de story van drie verpleegden, die na hun vrijlating de bloemetjes eens flink buiten zetten…..

Je leeft maar 1 keer
Er ontstonden in Veenhuizen vaak hechte vriendschappen tussen verpleegden onderling. Kees, Johan en Pieter waren onafscheidelijke vrienden, die steeds tegelijkertijd kwamen en ook tegelijk met verlof gingen. In de winter waren ze liever onder dak in Veenhuizen, maar s’zomers wilden ze wel eens proberen om ergens een baantje te krijgen in de stad.
Dat lukte meestal maar half. Ze hielden steeds contact met elkaar en als er tegen het eind van de zomer weer geen duidelijk vooruitzicht was voor de winter, dan lieten ze zich gezamenlijk weer oppakken en terugbrengen naar Veenhuizen. Daar stond men het trio alweer op te wachten. Bij hun collegae, die hetzelfde lot ondergingen, kregen ze weer een warm onthaal. Het liep allemaal volgens verwachting. Je zag de drie maten ook in de inrichting steeds samen.

Bloemetjes buiten zetten
Het waren geen mannen die het geld over de balk gooiden. Dat waren ze nooit gewend geweest. Dat vonden ze maar verspilling, dus hadden ze een aardige cent gespaard, toen de tijd weer rijp was om in vrijheid gesteld te worden. Voor een keer besloten de drie om eens echt de bloemetjes buiten te zetten. Ze liepen altijd in het gareel en nooit waren ze eens uit de band gesprongen.
Het moest er toch maar eens van komen. Je leeft maar een keer en dan kon je er tenminste over mee praten. Zo gezegd zo gedaan. De Joodse koopman uit Assen, Benjamin Schwartsenberg, werd op hun wenken besteld en ze werden in het duurste pak gehesen, compleet met schoenen, overjas, etc. Ze zagen er perfect uit, alsof ze zo uit een film waren gestapt. Ze kregen de rest van hun verdiende geld mee en voor een dag voelden zij zich de „Drie Koningen van Veenhuizen” en waren de koning te rijk…….

VERVOLG

 Met Limousine naar Amsterdam

Een grote zwarte limousine met chauffeur kwam het gevangenisterrein oprijden…. Dit was natuurlijk een bijzonderheid in de „Klonie”. Een limousine voor een stelletje gevangenen? Dat kon niet waar zijn!
Dat was wat anders dan de Boevenbus! Iedereen keek zijn ogen uit.
En wat te denken van de jaloerse blikken van de Veenhuizer ambtenaren! Het gras van een verpleegde was zelfs groener…..!
De drie vrienden stapten in de limousine en met particulier chauffeur gingen ze op weg naar Amsterdam. Daar aangekomen gingen ze vanzelfsprekend in een duur restaurant dineren. Dat hoorde erbij en ze hadden geld genoeg. Het werd een groot feest met lekker eten en veel dure wijn, maar plotsklaps werd de vreugde wreed verstoord….
Terwijl Johan en Kees nog nagenoten van hun heerlijke hoofdgerecht en nog een laatste slok namen van de voortreffelijke rode wijn, bleef Pieter kaarsrecht in zijn stoel zitten en verroerde zich niet. De andere twee hadden al meerdere malen wat tegen hem gezegd, maar hij gaf geen antwoord. Nou ja, het gebeurde vaker, dat hij wat wazig voor zich uit staarde zonder zich in het gesprek te mengen. Pieter had zijn hoofd wat voorover gebogen alsof hij in gedachten verzonken was en had zijn handen onder de tafel….

Abrupt einde en terug naar Veenhuizen
Het duurde even voor de andere twee in de gaten kregen wat er aan de hand was met hun vriend. Johan en Kees konden niet anders constateren, dan dat Pieter er tussen uit was gepiept. Hij was ter plekke overleden! Onvoorstelbaar! Wat nu? Aan het feestmaal en de hele feesttrip kwam een abrupt einde. Hevig geschrokken waarschuwden ze nog een arts, maar die kon ook alleen maar vaststellen dat Pieter overleden was aan een acute hartstilstand. Kees en Johan hebben toen met het geld dat ze nog over hadden, gezorgd dat Pieter in Amsterdam een keurige begrafenis kreeg. Zij waren zelf, buiten de pastoor, de enige aanwezigen die een korte grafrede hielden. Bedroefd, berooid en zonder hun maat gingen ze met de trein weer terug naar Assen en met de trekschuit naar Veenhuizen, hun „woonplaats”. Daar meldden ze zich weer en werden zoals alle vorige keren weer liefdevol ontvangen en opgenomen door hun maten op hun eigen vertrouwde afdeling in het Derde gesticht, Bergveen.