Geplaatst op Geef een reactie

1974 Militair of GeWa (2): Kerst, Vlam in de Pan

Tekenen voor de kogel
De dag is daar en ik moet de vragen maar op me af laten komen. Maar wat zeg ik, als ze me vragen, met een wapen op mensen te schieten?
Ook al heeft iedere gevangene getekend voor de kogel dwz dat er op hem geschoten kan worden bij ontsnapping uit de gevangenis… wat zal ik doen als iemand probeert te vluchten?
Na de medische keuring volgt o.a. een gesprek met commandant Brouwer en de Onder commandant. Ze vragen of ik een goede voetballer ben en of ik getrouwd ben. Nee een getrouwde basketballer maar wat heeft dat met het werk te maken?
Ik heb helemaal niet het gevoel dat ik een van de uitverkorenen ben voor Veenhuizen. Maar na een paar dagen komt toch het bericht in de brievenbus dat ik ben aangenomen met als standplaats Veenhuizen. Begin november kan ik daar terecht voor een 2 maanden durende opleiding.

Kerst Oud en Nieuw 1974
De Kersttijd breekt aan. Het is in Esserheem, de gevangenis waar ik tewerk ben gesteld, al een tijd onrustig geweest. Er waren veel gevangenen die met drugs opgepakt en opgesloten waren. Ze missen de kerstsfeer en zitten natuurlijk liever thuis met de feestdagen. Ze zijn duidelijk niet tevreden met hun situatie en beginnen te morren.
Kort daarvoor waren er een paar uitbraken geweest en de Kaping van de Boevenbus had nog maar kort geleden plaatsgevonden. Daarbij ligt ook de vechtpartij op het dak van de gevangenis, waarbij overigens iedereen opgepakt werd, nog vers in het geheugen.
Er is te weinig bewaking in de Kersttijd en rond Oud en Nieuw. Veel collega’s zijn met verlof naar huis en ik moet “meelopen” met Jan S., een ervaren GeWa.
Zo word ik in de opleiding al direct geconfronteerd met een dreigende sfeer plus het personeelstekort en moet ik als “groen broekie” met Jan S, de orde bewaken rond en in de werkplaatsen van de gevangenis Esserheem.

Het Oude Tweede Gesticht
In het Oude Tweede Gesticht (Nu Nationaal Gevangenismuseum) zijn verschillende werkplaatsen ondergebracht, zoals de smederij, de houtbewerking en verschillende andere bedrijven. Als het pauze is, gaan de gevangenen naar de kantine. Voordat ze naar binnen gingen, worden ze geteld. Dat is wel even een zwak moment voor Jan en mij. Ook al weten de gedetineerden dat er een zware straf op staat, ze kunnen allerlei voorwerpen mee naar binnen nemen vanuit de werkplaats, want ze worden op dat moment niet gefouilleerd. Maar ja, er is een tekort aan personeel…

Vlam in de pan
Op een bepaald moment slaat in de kantine de vlam in de pan. Er zijn daar 30 mannen en plots uit het niets breekt de hel los. Wie de schuld hiervan is, is niet te achterhalen, want het is een chaos en iedereen wijst naar elkaar. Wat een woede en agressie! Het loopt zelfs bijna uit op een massale vechtpartij! Die had zo maar op Jan en mij over kunnen slaan. Er wordt met de zware achterkanten van biljartkeus gevochten. Een van de gedetineerden moet het ontgelden. Het is Sinhagel die de zware kant van de keu op zijn hoofd krijgt, waarbij een groot bloedend gat ontstaat Het bloed gutst eruit!
De werkmeesters gaan met gevaar voor eigen leven tussen de kemphanen in staan en brengen de vechtersbazen uiteindelijk tot rust .
Jan en ik hebben intussen via de portofoon natuurlijk melding gemaakt van de ruzie en om assistentie gevraagd.
Niemand geeft zichzelf als oorzaak aan. De werkmeesters tellen de mannen en komen tot de slotsom, dat niemand van de gelegenheid gebruik heeft gemaakt om te ontvluchten en de raddraaiers worden 2 aan 2 met de boevenbus afgevoerd naar de “Rode Pannen” het Cellencomplex.
Wij staan erbij en zijn blij dat het niet verder uit de hand is gelopen. Want wat moeten wij met zo’n overtal aan gedetineerden in zo’n geval doen? In ieder geval geen olie op het vuur gooien door ondoordacht te handelen. Ook al loopt de spanning nog zo hoog op: wij kunnen in zo’n geval niets anders doen dan observeren hoe e.e.a. verloopt en er later een rapport over opmaken.
Dit was mijn eerste praktijkervaring met gedetineerden. Die zal ik nooit vergeten…

(wordt vervolgd)

Geplaatst op Geef een reactie

1974 Militair of GeWa Veenhuizen (1) 18 jaar en dan….

Het Korps Gestichtswacht (GeWa) nam in de Tweede Wereldoorlog taken over van de Marechaussee zoals het bewaken en vervoer van gevangenen naar de gevangenissen in Nederland. De GeWa had een min of meer militaristisch karakter en dat zag je ook aan de specifieke outfit, hun dienstkleding en bewapening. De landelijke opleiding tot GeWa (Gestichtswachter), was
vanaf 1943 in Veenhuizen.

Dienstplicht vanaf 18 jaar
Het was in de jaren ’70, de tijd dat er nog dienstplicht was voor mannen boven de 18 jaar. De grote meerderheid in NL vond het heel normaal om 18 maanden of meer voor het vaderland beschikbaar te zijn, maar niet iedereen had daar evenveel zin. Ik stond eigenlijk ook niet te springen om me als beroepsmilitair aan te melden voor het leger of te wachten op een oproep voor mijn dienstplicht.
Je moest trouwens wel een grondige reden hebben om daar onderuit te komen. Er waren wel uitzonderingen b.v. als je te lang was voor passende kleding, of een te groot hoofd had voor de te dragen helm, maar als je gezond was, dan werd je dienstplichtig militair.
Er waren dienstweigeraars die allerlei redenen hadden of verzonnen om afgekeurd te worden. Geloofsovertuiging alleen was niet voldoende. Principiële weigeraars werden zelfs gestraft en naar Veenhuizen gebracht, zoals bijvoorbeeld de Jehova’s getuigen. Daar kregen ze een soort vervangende dienstplicht in de akkerbouw, de werkplaatsen of in de bosbouw.

Tekorten arbeidskrachten
Bij Justitie was er in de 70-tiger jaren een tekort aan arbeidskrachten. Zo ook in Veenhuizen. Daar kon je proberen om vrijstelling te krijgen door een opleiding tot GeWa te volgen als Bewaker of Gestichtswachter, als je daar tenminste geschikt voor werd bevonden. Dat leek me wel wat, dus…

Solliciteren
Het is eind 1974. Mijn werkgever stopt per december en ik ben genoodzaakt om ander werk te zoeken. Mijn oog valt daarbij op een vacature als Gestichtswachter bij diverse gevangenissen van Justitie, o.a. in Veenhuizen.
Een betaalde baan bij de Gestichtswacht daar in plaats van militaire dienstplicht?
Die keus is gauw gemaakt. Ik solliciteer en meld me aan. Na een paar dagen wachten valt er een brief door de brievenbus.
Tot mijn verbazing word ik opgeroepen voor een gesprek in Veenhuizen. Een belangrijke voorwaarde is, dat je van onbesproken gedrag moet zijn, maar dat is kennelijk geen probleem. Dat is inmiddels gecheckt via een antecedentenonderzoek! Gestichtswachter? GeWa? Ik heb geen idee wat me te wachten staat….(wordt vervolgd)

Geplaatst op Geef een reactie

De Zwarte en de Kickbokser

De commandant van de Gestichtswachters GeWa was in de jaren ’70-‘80 “De Zwarte” (zijn echte naam was Mulder, ook wel Zwarte Mulder genoemd).
Hij werd bewonderd om zijn kordate optreden, hij ging door het vuur voor zijn ondergeschikten, maar was ook gevreesd om zijn ongewoon strakke leiding.en grof taalgebruik.
Een echte “Ruwe bolster, Blanke pit”, zoals ze hem noemden. Hij stal vaak de show door zijn snelle en zelfverzekerde optreden in crisissituaties, b.v. bij opstootjes en als gevangenen in opstand kwamen. Als er belangrijk bezoek kwam, zoals van Justitie Den Haag of van de Politie dan liep hij graag voorop.

Hoog bezoek
Zo kwam er een keer in het Cellengebouw een hoge politiecommandant op bezoek, die wel eens wilde zien, hoe de GeWa te werk ging in vergelijking tot de politie.
Die kreeg daar een rondleiding, toen een onberekenbare, ijzersterke gedetineerde, tevens bekend kickbokser R. daar achter slot en grendel zat. Iedereen in het Cellengebouw was doodsbenauwd voor deze man die gemene karateschoppen kon uitdelen, als hem iets dwars zat. Hij was vanwege wangedrag vanuit de gevangenis Esserheem naar de Rode Pannen gebracht en verzette zich hevig. Om hem in bedwang te houden naar het cellencomplex en hem in zijn cel te krijgen waren 3 GeWa’s nodig geweest.

Gebonk en geschreeuw
Hij was het totaal niet eens met zijn opsluiting en uit pure nijd bonkte hij urenlang keihard op de deur van zijn cel, terwijl hij vloekend moord en brand schreeuwde.
Hij was al vaak tot kalmte gemaand, maar daar reageerde hij niet op. Hij ‘flipte’ totaal!
Het gebonk en geschreeuw was ook voor de Zwarte bij de rondleiding van de politiecommandant een doorn in het oog. Hij staakte de rondleiding en zei: “Dat varkentje zullen we wel eens even de oren wassen.”
Hij had het helemaal gehad met deze “Kloothommel” en stond op springen!! Zijn borst kwam naar voren en hij snauwde naar twee van zijn onderdanen:
“GVD John (zo noemde hij ze allemaal) open met die deur!” De twee GeWa’s stonden perplex en reageerden: “Ja Maar..” Niks te ja maren, GVD open die deur.
Snel trokken zijn beide onderdanen aan de zware hengsels van de deur en schoven die open…De spanning was te snijden toen de Zwarte niets en niemand ontziend bulderend de cel in stoof. “Wie is hier de baas GVD? Meekomen jij!”

Naar isoleer
De politiecommissaris hield zijn hart vast. “Als dit maar goed komt,” dacht hij. Maar nog geen drie tellen later had de Zwarte de kickbokser al in zijn kraag gevat en duwde hem ruw voor zich de cel uit. “Pak aan John! Weg met die klootzak en direct naar de isoleer!”
R. was zo verbouwereerd dat hij het lef niet had om een karatetrap uit te delen of zelfs maar te protesteren. Gedwee liet hij zich door de twee GeWa’s afvoeren naar de isoleercel,
De Zwarte had door zijn snelle optreden zijn kracht maar eens weer bewezen. R. gaf geen kik meer….
De politieagent had de hele scene met verbazing aangekeken en zei na afloop vol bewondering: ”Oh, doen jullie dat zo”!
Al met al vond hij het een nuttige rondleiding die hij niet snel zou vergeten, maar of hij de moed zou hebben gehad om R. ook op deze manier te beteugelen: daar moest hij toch wel even een nachtje over slapen……….