Geplaatst op Geef een reactie

Vlucht via Container en Kippenhok

   Per stuk €22,95/ Complete Serie €59,95+ (€5,95verz.} Op bajesverhalen.nl/shop

 

(Naar het verhaal Van een bewaker)

In de Jaren ’80 van d vorige eeuw waren in Veenhuizen diverse ontsnappingspogingen. De Gestichtswacht GeWa voorkwam dit in veel gevallen, maar na een goed opgezet plan verdwenen verschillende gedetineerden voorgoed na een geslaagde uitbraak. Dit is het verhaal van R. W., een beruchte fraudeur,  die de gevangenis van Veenhuizen na een uitbraak voorgoed achter zich liet.

Het was op een gewone doordeweekse dag in oktober.
Na het avondeten in de eet-slaapzaal praatten bepaalde groepjes gevangenen nog even na voordat ze in hun kooien zouden worden opgesloten voor de nacht.

Slaapkooi leeg

Eén van hen deed daar niet aan mee. Die had kans gezien om de zaal ongezien te verlaten en via de luchtplaats over de muur en het hekwerk te klimmen. Het was Ronald W. die ontsnapte aan de aandacht van de bewakers en daarna spoorloos verdween.
Waar niemand rekening mee had gehouden: hij was niet, zoals de meeste andere deserteurs, als een domme haas in een richting gelopen, maar had zich stiekem verstopt in een container die dichtbij de gevangenis stond.
Onmiddellijk nadat de bewaking constateerde dat de slaapkooi van W. leeg bleef, werd de GeWa gealarmeerd. Die bezette zoals gebruikelijk in allerijl de kruispunten rondom Veenhuizen.
Toen de GeWa tegen middernacht nog geen enkel spoor van W. gevonden had, verdwenen de manschappen weer onverrichterzake naar de kazerne.
De zoekactie naar W. was voorlopig voorbij, want men dacht dat hij al buiten de bewaakte zone was.

Naar volgende schuilplaats

Het was een donkere nacht en W. moet wel opgelucht geweest zijn dat het zoeken naar hem tegen middernacht voorlopig werd stopgezet.
Hij verliet even daarna, zoals later bleek, de container en liep zoveel mogelijk binnendoor achter de huizen langs in de richting van Bergveen.
W. kende de buurt daar. Hij had daar wel gewerkt in de tuinen van de ambtenaren en hij wist wat hij deed.
In een ommezien en onopgemerkt verdween hij naar zijn volgende schuilplaats…
De dagen na zijn ontsnapping vond er door een onderzoeksteam een reconstructie plaats van deze geslaagde ontvluchting.
Dat hij tijdelijk in de container had gezeten, kon worden vastgesteld, maar over de vlucht daarna, tastte men nog in het duister.
De vraag rees: Hoe kon dit allemaal gebeuren, temeer omdat er op tijd alarm geslagen was. Waarom was er geen spoor van W. te vinden?

Omgekleed en…

Ongeveer een week na de verdwijning van W. kreeg men een duidelijk antwoord en een beter beeld van de toedracht.
Een bewoner op Bergveen vond een pakketje boevenkleren in zijn kippenhok achter de woning….
Toen bleek dat dat van W. was, vielen de stukjes van de puzzel in elkaar.
Een medegevangene, die daar tuinman was, had op afspraak burgerkleding in het kippenhok verstopt.
W. had dat goed geregeld. Het hoorde allemaal tot zijn vluchtplan. Daarmee had hij de bewakers helemaal van zich af kunnen schudden.
Om een uur of twee ’s nachts had hij zich omgekleed en zijn boevenkleding voor een spijkerbroek en een shirt verruild.
Zo kon hij gewoon zijn gang gaan, omdat de zoekactie van de GeWa gestaakt was.
Hoewel zijn signalement natuurlijk overal verspreid werd, kon hij nu onopvallend als ‘vrije burger’ zijn eigen weg bepalen.
Hij moest natuurlijk nog wel uit handen van de politie blijven.
W. verliet het kippenhok en Veenhuizen voorgoed, de kippen luid kakelend achterlatend…

Geplaatst op Geef een reactie

De dood van “Sikkie”

(Naar een verhaal van bewaker (T..W.) uit Esserheem)

De dood van Sikkie

“Het was in de jaren ’70 van de vorige eeuw en mooi weer die dag.
Kom ik uit de sportzaal en zie ik commotie op de binnenplaats voor afdeling H. Daar was iets aan de hand. Het klonk nou eens niet als een vechtpartij, maar er was een soort van verwarde paniek.. Ik zie daar een paar gedetineerden wanhopig met armen zwaaiend rondom een mede gevangene staan. Die lag op zijn rug voor het bankje, dat daar stond.
Een collega van me kwam ook aangesneld. Daar lag gedetineerde S, die onder zijn maten “Sikkie” werd genoemd, bewegingloos op de klinkers.
“Oh Sikkie, wat is er gebeurd!” Jammerden ze. Enkele mannen voelden even in zijn hals of er nog een hartslag merkbaar was. De een voelde wel wat de ander niet, maar niemand durfde actie te ondernemen…..

Reanimatie

“Reanimeren en direct”, zei ik, want ik besefte dat er snel iets moest gebeuren. Misschien was het al te laat, maar ik begon met beademen en mijn collega met hartmassage.
Inmiddels was de gevangenisarts gewaarschuwd, maar die moest van buiten Veenhuizen komen, dus dat duurde even. Een aantal gedetineerden stond er vanaf een paar meter afstand naar te kijken. We stuurden een deel ervan weer naar binnen om weer ingesloten te worden. Twee vrienden van “Sikkie” mochten op het bankje blijven toekijken. We wilden voor hen ook niet al te streng zijn in deze situatie.
Terwijl wij bezig waren met reanimatie, kwamen er tranen bij de beide mannen. Ze huilden oprecht: “Sikkie, blijf bij ons alsjeblieft, ga niet weg, kom terug, we willen je niet missen.” Hoop doet leven maar na een paar minuten reanimeren was er nog geen enkele reactie…

Ambulance en arts met rotopmerking

Daar kwam de ambulance aan die de reanimatie van ons overnam, maar ondanks al onze gemeenschappelijke inspanningen kwam er geen enkel teken van leven.
De gevangenisarts was daarna vrij snel aanwezig en stelde de dood vast. In plaats van even stil te staan bij wat er gebeurd was, maakte hij een rotopmerking die ik nooit zal vergeten.
Wij hadden zo ons best gedaan om “Sikkie” te redden, maar zijn reactie was als een dolk in onze rug: “Als ik er zo bij lig en ze krijgen mij na de reanimatie weer tot leven, dan doe ik ze een proces aan.”
Dat zei hij letterlijk! Natuurlijk, het was geen ideale situatie voor een patiënt in nood op de keien van de binnenplaats, maar daar hadden wij part noch deel aan en nood breekt wet. We hebben gedaan wat we konden en de opmerking van de arts viel bij ons totaal verkeerd.
Maar wat was nou de oorzaak van de dood van S.? Daar hadden we wel een vermoeden van , maar het is nooit uitgezocht. Ogenschijnlijk was “Sikkie” een natuurlijke dood gestorven, maar het zou zo maar kunnen dat er een overdosis drugs in het spel was. Bekend was dat hij veel geld had verdiend in de drugshandel. Een overdosis? Wie zal het zeggen…Het is nooit uitgezocht.”

Geplaatst op Geef een reactie

In Postauto op de vlucht

In Veenhuizen zaten in de jaren ’60 (en ook nu nog) gevangenen uit diverse werelddelen. Er kwamen postzakken via de Posterijen uit alle delen van de wereld, die in Veenhuizen gerepareerd dienden te worden. In de praktijk werd er nogal hardhandig mee heen en weer gesleept, zodat ze regelmatig kapot gingen.
In de Zakkenstopperij werden de versleten postzakken gerepareerd op sterke naaimachines.
De heer Crabbee, die de leiding had in de werkplaats, had een tiental gevangenen dagelijks aan het werk ‘op het Eerste Gesticht’.
Een postauto kwam in het algemeen vanuit Groningen naar Veenhuizen om de gerepareerde zakken weer op te halen.
Gevangenen in Veenhuizen waren verplicht om te werken in de vele fabriekjes, werkplaatsen, of op het land. Zo konden ze een vak leren zoals postzakken stoppen voor het Postbedrijf in de Zakkenstopperij.
De Postauto stond op een dag in augustus weer voor de werkplaats om een grote hoop gestopte gerepareerde postzakken op te halen. De chauffeur was even gaan koffiedrinken op het kantoor, terwijl een paar gevangenen de auto inpakten met de gestopte zakken. Toen de chauffeur na een minuut of tien zijn bakje koffie op had, sloeg hij de achterdeuren dicht, stapte de auto in en reed weg van de Zakkenstopperij op weg naar Groningen.

Alarm

Hij reed binnendoor naar Norg en via Donderen richting Ide de Punt. Op een bepaald moment moest hij even wachten om voorrang te geven aan een andere automobilist, toen opeens het binnenalarm van zijn bestelauto afging. Het was een extra beveiliging in de auto. Het alarm kon alleen afgaan als er een deur open stond. Dan zouden er postzakken uit de auto kunnen rollen. De chauffeur stapte verschrikt uit en zag de achterdeur open staan. Hoe kon dat nou! Hij had de deur toch goed dicht geklapt.
Er was ook niks uit de auto gevallen, want er was geen postzak op straat te zien. Hij keek nog eens in het rond en zag nog net een glimp van een man in boevenpak, die het maisveld in vluchtte.
Wat moest de chauffeur doen. Hij had de verantwoording over zijn postauto en voelde zich niet verantwoordelijk voor de gevangene. Dus besloot hij verder te rijden en bij een boer even verderop de bewaking in Veenhuizen te bellen.

Luggers in actie

Die had net doorgekregen dat er een man te weinig was in de Zakkenstopperij en hij had alarm geslagen. Het hele opsporingsapparaat was in beweging gezet om de man op te pakken, maar de gedetineerde had een ruime voorsprong van zeker anderhalf uur.
Brigadier Luggers had de leiding bij het uitzetten van posten als er een gevangene ontvlucht was. Hij posteerde meestal zijn GeWa’s in twee ringen om Veenhuizen. Vaak werd de deserteur wel binnen de kleine ring gepakt, maar als deze erdoor was geglipt, dan vingen de bewakers in de tweede, grotere ring hem meestal wel op. Deze keer ging dat niet door. Luggers had de posten o.a. uitgezet richting Norg, maar na het telefoontje van de chauffeur van de postauto naar de centrale, bleek dat de vluchteling Norg al voorbij was in de richting Ide de Punt. Een half uur later kreeg Luggers weer een telefoontje. Er kwam bericht dat de ontsnapte gevangene weer een eind teruggegaan was en halverwege Norg in de richting Peize was gelopen. Dus verplaatste Luggers zijn posten naar Peize. Nog voordat zijn mannen daar aankwamen, bleek de deserteur al gezien te zijn voorbij Peize in de richting Groningen. Kennelijk had de vluchteling weer een lift gehad. Dus werden de GeWa’s naar Groningen gestuurd. Ook nu was het net te laat, want op het moment dat ze daar aankwamen, kwam er bericht dat de man al in Groningen was gesignaleerd.
In Groningen wist de GeWa uiteindelijk in samenwerking met de politie het cordon om de vluchteling te sluiten. Daar werd de deserteur gepakt en retour gezonden naar de Rode Pannen in Veenhuizen.
Dat betekende een paar dagen celstraf en water met “Kuch”. Voor de Zakkenstopperij betekende dit uiteraard in het vervolg een verscherpte controle op “verstekelingen”