Geplaatst op Geef een reactie

Vlucht Met Fiets uit BajesDorp

(Ook in stripblad MAXX verschenen als stripverhaal van Wouter Winter, striptekenaar)

Het belooft een regenachtige zomerdag te worden in 1965. Het is stil om een uur of 4 op de slaapzaal van de gevangenis Esserheem in Veenhuizen, waar ca. 50 gevangenen in hun stalen kooien liggen te slapen.

Even later opent Paul G. geruisloos het slot van zijn stalen kooi. Dat had hij tevoren met een vijl onklaar gemaakt, zodat het gemakkelijk te openen was.

Onopgemerkt klimt hij over het hekwerk en sluipt voorzichtig naar de gracht die rond de gevangenis ligt. Als hij die is overgezwommen, vlucht hij in zijn natte gevangeniskleding in de richting van de bewakerswoningen. Daar ziet hij even later een onbeheerde fiets staan. Het wordt al wat licht als hij daar vlakbij een shirt en een broek van een waslijn pakt en zich achter een haag verkleedt. Daarna verstopt hij zijn gevangenisplunje onder de grote coniferen-haag. Als burger vermomd fietst hij rustig en zo onopvallend mogelijk langs de Kolonievaart  richting Assen.  Zijn plan is, om daar zo snel mogelijk op de trein te stappen, zijn vrijheid tegemoet. Maar…
Slaapkooi leeg

Het wordt 6 uur op de slaapzaal van de gevangenis en het is tijd voor iedere gevangene om van de slaapzak en uit de kooi te komen. De dienstdoende zaalopziener die de mannen een voor een moet ontsluiten, ziet in een oogopslag de lege kooi als hij de zaal binnenkomt. Hij slaat onmiddellijk alarm en de Gestichtswacht (GeWa) wordt ingeschakeld om de deserteur zo snel mogelijk in te rekenen. Onder leiding van commandant ‘De Zwarte’ en zijn dienstdoende brigadier Lubbers worden diverse GeWa’s op Berini’s (bromfietsen) en met een paar busjes naar strategische punten rondom Veenhuizen gestuurd. Zo zijn binnen de kortste keren alle belangrijke kruispunten van toegangswegen bewaakt om de vluchteling weer te arresteren.

Onraad op weg naar Assen 

Het regent. Inmiddels heeft de deserteur zo’n 7 kilometer gefietst als hij de schrik van zijn leven krijgt. Hij ziet in de verte op het eind van de weg iets bewegen en vaag ziet hij op de driesprong bij Huis ter Heide een busje staan: “Bewaking? Nu ben ik de Sjaak,” denkt hij. “Ze hebben me misschien al in het vizier! Maar hoe kom ik hier in vredesnaam uit?” Hij maant zichzelf tot kalmte,  denkt na en besluit: “Weet je wat? Ik laat mijn voorband leeglopen. Dan heb ik een kans.” Hij stapt af, schroeft het ventiel van de voorband los en loopt behoedzaam verder met de fiets aan de hand naar het kruispunt.

“Voorband lek”

Het regent pijpenstelen. Twee gewapende leden van de Gestichtswacht, Wim J. en Dick B. zitten zich inmiddels al anderhalf uur stierlijk te vervelen in hun dienstbusje bij de t-splitsing Huis ter Heide. Dick wil met dit slechte weer het liefst in het busje blijven. Hij wordt ongeduldig en vraagt: “Hoe lang moeten we hier nog op onze post blijven?”  Wim pikt deze lakse houding niet en bitst Dick toe: “Wat een vraag man! Je weet toch dat de opdracht van ‘De Zwarte’ is:  Tot die boef gevangen is natuurlijk! Kom op, de bus uit en opletten jij!” Het is inmiddels droog geworden als ze in de verte iemand aan zien komen met een fiets aan de hand. “Die heeft pech, het is nog een eind lopen naar Assen,” zegt Wim. Daar komt Paul G. aan die even later de beide GeWa’s begroet met: “Goede morgen heren! Ik heb een lekke voorband. Hebben jullie toevallig bandenreparatie in het busje?” Nou, dat was niet bepaald de opdracht van De Zwarte, dus zegt Wim:  “Nee, we zijn geen fietsenmakers, maar zie je die boerderij? Daar  kunnen ze je vast wel helpen aan bandenlapperij.” Kalm  en belangstellend zegt G: “Dank voor uw tip, maar waarvoor staan jullie hier eigenlijk?” De beide GeWa’s vertellen hem dat er uit de gevangenis Esserheem een gevangene is ontsnapt. “Die zou hier langs kunnen komen richting Assen, maar die zit niet op ons te wachten. Die is er natuurlijk  al lang vandoor,” zegt Wim.

Een fietspomp en op naar Assen

Na beide mannen nog een goede wacht gewenst te hebben, loopt Paul G. doodgemoedereerd met de fiets aan de hand naar de boerderij. Daar vraagt hij de vriendelijke boer een fietspomp te leen en pompt zijn voorband op. Even later vervolgt hij fluitend zijn reis naar Assen, waar hij als ‘vrij man’ op de trein stapt en in het niets verdwijnt…Drie uren daarna wordt de GeWa-actie door de Majoor afgeblazen en worden alle GeWa’s opgeroepen om naar de kazerne in Veenhuizen terug te keren. Deze actie is mislukt, maar waarom? Daar werd nog dagenlang over nagepraat. Later bleek na onderzoek pas duidelijk, wat hier gebeurd was. Kon je dat de beide GeWa’s kwalijk nemen?? Dat waren beslist geen fietsenmakers… of toch in de ogen van de Zwarte?? De fortuinlijke fietser hebben ze in Veenhuizen nooit meer teruggezien…

(Er zijn in die tijd veel ontsnappingspogingen geweest in Veenhuizen. Dat gebeurde vaker als er weer bezuinigd moest worden op de bewaking, De deserteurs waren hun bewaking vaak een stapje voor, maar meestal werden ze door de GeWa achterhaald met of zonder speurhonden).

(Door zelfvoorziening, zwijgplicht en  afzondering van de  buitenwereld bleven de bajesverhalen in Veenhuizen lang geheim. Wie zat er en wat gebeurde er in bajes van toen?
Dat lees je in Bajesverhalen Veenhuizen (264 blz.) op bajesverhalen.nl/shop.

Voor info over de Serie: mail naar info@gmail.com

Geplaatst op Geef een reactie

Vlucht via Container en Kippenhok

 

 

(Naar het verhaal Van een bewaker)

In de Jaren ’80 van d vorige eeuw waren in Veenhuizen diverse ontsnappingspogingen. De Gestichtswacht GeWa voorkwam dit in veel gevallen, maar na een goed opgezet plan verdwenen verschillende gedetineerden voorgoed na een geslaagde uitbraak. Dit is het verhaal van R. W., een beruchte fraudeur,  die de gevangenis van Veenhuizen na een uitbraak voorgoed achter zich liet.

Het was op een gewone doordeweekse dag in oktober.
Na het avondeten in de eet-slaapzaal praatten bepaalde groepjes gevangenen nog even na voordat ze in hun kooien zouden worden opgesloten voor de nacht.

Slaapkooi leeg

Eén van hen deed daar niet aan mee. Die had kans gezien om de zaal ongezien te verlaten en via de luchtplaats over de muur en het hekwerk te klimmen. Het was Ronald W. die ontsnapte aan de aandacht van de bewakers en daarna spoorloos verdween.
Waar niemand rekening mee had gehouden: hij was niet, zoals de meeste andere deserteurs, als een domme haas in een richting gelopen, maar had zich stiekem verstopt in een container die dichtbij de gevangenis stond.
Onmiddellijk nadat de bewaking constateerde dat de slaapkooi van W. leeg bleef, werd de GeWa gealarmeerd. Die bezette zoals gebruikelijk in allerijl de kruispunten rondom Veenhuizen.
Toen de GeWa tegen middernacht nog geen enkel spoor van W. gevonden had, verdwenen de manschappen weer onverrichterzake naar de kazerne.
De zoekactie naar W. was voorlopig voorbij, want men dacht dat hij al buiten de bewaakte zone was.

Naar volgende schuilplaats

Het was een donkere nacht en W. moet wel opgelucht geweest zijn dat het zoeken naar hem tegen middernacht voorlopig werd stopgezet.
Hij verliet even daarna, zoals later bleek, de container en liep zoveel mogelijk binnendoor achter de huizen langs in de richting van Bergveen.
W. kende de buurt daar. Hij had daar wel gewerkt in de tuinen van de ambtenaren en hij wist wat hij deed.
In een ommezien en onopgemerkt verdween hij naar zijn volgende schuilplaats…
De dagen na zijn ontsnapping vond er door een onderzoeksteam een reconstructie plaats van deze geslaagde ontvluchting.
Dat hij tijdelijk in de container had gezeten, kon worden vastgesteld, maar over de vlucht daarna, tastte men nog in het duister.
De vraag rees: Hoe kon dit allemaal gebeuren, temeer omdat er op tijd alarm geslagen was. Waarom was er geen spoor van W. te vinden?

Omgekleed en…

Ongeveer een week na de verdwijning van W. kreeg men een duidelijk antwoord en een beter beeld van de toedracht.
Een bewoner op Bergveen vond een pakketje boevenkleren in zijn kippenhok achter de woning….
Toen bleek dat dat van W. was, vielen de stukjes van de puzzel in elkaar.
Een medegevangene, die daar tuinman was, had op afspraak burgerkleding in het kippenhok verstopt.
W. had dat goed geregeld. Het hoorde allemaal tot zijn vluchtplan. Daarmee had hij de bewakers helemaal van zich af kunnen schudden.
Om een uur of twee ’s nachts had hij zich omgekleed en zijn boevenkleding voor een spijkerbroek en een shirt verruild.
Zo kon hij gewoon zijn gang gaan, omdat de zoekactie van de GeWa gestaakt was.
Hoewel zijn signalement natuurlijk overal verspreid werd, kon hij nu onopvallend als ‘vrije burger’ zijn eigen weg bepalen.
Hij moest natuurlijk nog wel uit handen van de politie blijven.
W. verliet het kippenhok en Veenhuizen voorgoed, de kippen luid kakelend achterlatend…

Geplaatst op Geef een reactie

De dood van “Sikkie”

(Naar een verhaal van bewaker (T..W.) uit Esserheem)

De dood van Sikkie

“Het was in de jaren ’70 van de vorige eeuw en mooi weer die dag.
Kom ik uit de sportzaal en zie ik commotie op de binnenplaats voor afdeling H. Daar was iets aan de hand. Het klonk nou eens niet als een vechtpartij, maar er was een soort van verwarde paniek.. Ik zie daar een paar gedetineerden wanhopig met armen zwaaiend rondom een mede gevangene staan. Die lag op zijn rug voor het bankje, dat daar stond.
Een collega van me kwam ook aangesneld. Daar lag gedetineerde S, die onder zijn maten “Sikkie” werd genoemd, bewegingloos op de klinkers.
“Oh Sikkie, wat is er gebeurd!” Jammerden ze. Enkele mannen voelden even in zijn hals of er nog een hartslag merkbaar was. De een voelde wel wat de ander niet, maar niemand durfde actie te ondernemen…..

Reanimatie

“Reanimeren en direct”, zei ik, want ik besefte dat er snel iets moest gebeuren. Misschien was het al te laat, maar ik begon met beademen en mijn collega met hartmassage.
Inmiddels was de gevangenisarts gewaarschuwd, maar die moest van buiten Veenhuizen komen, dus dat duurde even. Een aantal gedetineerden stond er vanaf een paar meter afstand naar te kijken. We stuurden een deel ervan weer naar binnen om weer ingesloten te worden. Twee vrienden van “Sikkie” mochten op het bankje blijven toekijken. We wilden voor hen ook niet al te streng zijn in deze situatie.
Terwijl wij bezig waren met reanimatie, kwamen er tranen bij de beide mannen. Ze huilden oprecht: “Sikkie, blijf bij ons alsjeblieft, ga niet weg, kom terug, we willen je niet missen.” Hoop doet leven maar na een paar minuten reanimeren was er nog geen enkele reactie…

Ambulance en arts met rotopmerking

Daar kwam de ambulance aan die de reanimatie van ons overnam, maar ondanks al onze gemeenschappelijke inspanningen kwam er geen enkel teken van leven.
De gevangenisarts was daarna vrij snel aanwezig en stelde de dood vast. In plaats van even stil te staan bij wat er gebeurd was, maakte hij een rotopmerking die ik nooit zal vergeten.
Wij hadden zo ons best gedaan om “Sikkie” te redden, maar zijn reactie was als een dolk in onze rug: “Als ik er zo bij lig en ze krijgen mij na de reanimatie weer tot leven, dan doe ik ze een proces aan.”
Dat zei hij letterlijk! Natuurlijk, het was geen ideale situatie voor een patiënt in nood op de keien van de binnenplaats, maar daar hadden wij part noch deel aan en nood breekt wet. We hebben gedaan wat we konden en de opmerking van de arts viel bij ons totaal verkeerd.
Maar wat was nou de oorzaak van de dood van S.? Daar hadden we wel een vermoeden van , maar het is nooit uitgezocht. Ogenschijnlijk was “Sikkie” een natuurlijke dood gestorven, maar het zou zo maar kunnen dat er een overdosis drugs in het spel was. Bekend was dat hij veel geld had verdiend in de drugshandel. Een overdosis? Wie zal het zeggen…Het is nooit uitgezocht.”